Hernia
Een hernia (Hernia Nuclei Pulposi, HNP) is een uitstulping van de tussenwervelschijf. Deze uitstulping kan op een zenuw of het ruggenmerg drukken, waardoor pijn, tintelingen, gevoelsverlies of krachtsvermindering in arm of been kunnen ontstaan, afhankelijk van de plaats van de hernia.
Oorzaak?
Slijtage van de tussenwervelschijf is een normaal proces dat bij iedereen in meer of mindere mate voorkomt. Soms scheurt de vezelring van de schijf, waardoor delen van de zachte kern naar buiten drukken en een zenuw kunnen beknellen.
Een exacte verklaring hiervoor is niet bekend, maar zeer waarschijnlijk spelen houding (veel zitten) en gebrek aan gezonde lichaamsbeweging een rol. Hernia (en rugklachten in het algemeen) kunnen in bepaalde families vaker voorkomen. Vermoedelijk is de belangrijkste factor een erfelijke, d.w.z. een aangeboren aanleg om een hernia te krijgen. Ook roken versnelt het degeneratieproces van de tussenwervelschijven en heeft een ongunstige invloed op herstel en operatieresultaten.
Zwaar lichamelijk werk kan rugklachten verergeren, maar veroorzaakt op zichzelf geen hernia. Hernia’s komen even vaak voor bij mensen met licht als met zwaar werk.
Klachten
De klachten hangen af van de plaats van de hernia:
- Rughernia: pijn in de onderrug met uitstraling naar één been, soms gepaard met een slapend of verdoofd gevoel.
- Nekhernia: pijn in de nek met uitstraling naar één arm, soms met tintelingen, krachtsverlies of gevoelsstoornissen.
Bij hoesten, niezen of persen kunnen de klachten toenemen, doordat de druk in het wervelkanaal stijgt.
Behandeling bij Oefentherapie Cesar Mensendieck
In de meeste gevallen (ongeveer 80–90%) is geen operatie nodig; de klachten verminderen vaak vanzelf.
Oefentherapie Cesar of Mensendieck kan het herstel bevorderen en helpen om weer normaal te functioneren. Tijdens de behandeling wordt gewerkt aan:
- het verbeteren van de houding en bewegingsgewoonten;
- het aanleren van een natuurlijke belasting van de wervelkolom;
- het verminderen van spanning in de nek- of rugspieren.
Door te leren bewegen met de wervelkolom in haar natuurlijke krommingen (zonder te veel buigen, strekken of draaien), wordt de druk op de tussenwervelschijven gelijkmatig verdeeld en kan het weefsel rustig herstellen.